Zoeken

Bouwvormen en maximale inbouwmaten elektromotoren

De manier van monteren en de stand van een elektromotor samen worden ook wel de ‘bouwvorm’ genoemd. Bij de keuze van een elektromotor dient te allen tijde de opgegeven bouwvorm in overeenstemming te zijn met de gewenste opstelling in uw bedrijf. Dit heeft ook te maken met de lagerconstructie van de elektromotor.

Bij een flensmotor is opgave van de gewenste soort bevestigingsgaten FF of FT met de bijbehorende M-maat (steekcirkel montagegaten) noodzakelijk.

  • FF (Flange Free Holes) = doorlopende gaten overeenkomstig B5- flenzen
  • FT (Flange Tapped Holes) = tapgaten overeenkomstig B14A of B14B flenzen.

Voor de FF-flens (B5) en de FT (B14A)-flenzen t/m IEC 160 is de M-maat per huisgrootte genormaliseerd in de norm EN 50347.

Voor de FT-flenzen (B14B) zijn de M-maten niet per huisgrootte genormaliseerd, afmetingen zijn echter wel genormaliseerd volgens IEC 72-1.

Meest voorkomende IM-codes elektromotoren

De bouwvorm en de stand van de motor zijn samengevat in de zogenoemde IM-code.

Dit zijn de meest voorkomende (genormaliseerde) IM-coderingen.

De meest voorkomende (genormaliseerde) IM coderingen

Maximale inbouwmaten elektromotoren

Standaard draaistroommotoren moeten voldoen aan genormaliseerde maximale inbouwmaten, zoals onder meer in de Europese richtlijn ‘DIN 42 673’ staat.

Bij het ontwerp van een werktuig is het van belang om rekening te houden met deze maximale inbouwmaten, zodat de uitwisselbaarheid met normmotoren zoveel mogelijk gewaarborgd blijft.

Tevens moet er rondom de elektromotor voldoende ruimte worden vrijgehouden, zodat de motor na montage aangesloten kan worden, voldoende koellucht krijgt en er onderhoud kan plaatsvinden.

Maximale inbouwmaten draaistroommotoren

motortekeningen

Wilt u hier meer over weten, raadpleeg dan de Europese norm IEC 34-7 (NEN 10034-7), voor roterende elektrische machines. Of neem contact op met de specialisten van Elektromotoren De Vier.