![]() |
Hoe kunnen wij u helpen? |
Laat hieronder uw gegevens achter en wij nemen direct contact op met u.
Explosieveilige elektromotor
Atex-richtlijnen vernieuwd
Explosieve atmosferen kunnen ontstaan door brandbare gassen, damp, nevel of stof. Als hiervan genoeg aanwezig is kan dit, vermengd met de omgevingslucht (zuurstof) en een ontstekingsbron, tot een explosie leiden. Met verstrekkende gevolgen voor uw werknemers en/of grote materiële schade.
In veel bedrijven kan de aanwezigheid van brandbare stoffen niet voorkomen worden en omdat er mensen werken, is zuurstof noodzakelijk. De meest praktische manier om explosies te voorkomen, is dan ook het elimineren van de ontstekingsbron.
Om een uniforme oplossing te bieden voor omgevingen met explosiegevaar zijn er twee Europese richtlijnen, die per 20 april 2016 geactualiseerd zijn:
- Atex 114 (voorheen Atex 95, ook bekend als Atex 94/9/EG , Atex CE)
- Atex 153 (voorheen Atex 137, ook bekend als Atex 1999/92/EG , Atex Arbo)
De Atex-richtlijnen gelden voor alle fabrikanten en gebruikers van mechanische of elektrische apparaten in explosiegevaarlijke omgevingen. Omgevingen waar veel stof aanwezig is, kennen een verhoogd risico. Deze risico’s worden vergroot door hoge temperaturen en extreem veel stofophoping.
Voor zeegaande schepen en mobiele offshore-installaties zijn de Atex-richtlijnen niet van toepassing. Zij moeten voldoen aan het verdrag van de International Maritime Organization (IMO).
Atex 114: voor explosiegevaar in gas- én stofomgevingen
De richtlijn Atex 114 stelt eisen aan apparaten en beveiligingssystemen in een explosiegevaarlijke omgeving. Deze richtlijn geldt zowel voor gasomgevingen als voor stofomgevingen.
Atex 153: waar personen werken in een potentieel explosieve omgeving
De richtlijn Atex 153 is van toepassing op arbeidsplaatsen waar personen werken in een potentieel explosieve omgeving. Hierin worden onder meer de risico’s en risicogebieden van explosiegevaar binnen een bedrijf opgenomen, een zone-indeling en maatregelen die moeten worden genomen om risico’s te voorkomen of te reduceren.
Atex-richtlijn voor explosiegevaarlijke gas- of stofomgeving
In de richtlijn Atex 114 wordt gesproken over twee groepen: I en II, mijnbouw en overige plaatsen. Beide groepen zijn onderverdeeld in drie categorieën, die weergeven of een apparaat of beveiligingssysteem inzetbaar is in een atmosfeer met gas, nevel of damp (G) of met stof (D).
Atex 114, Gas (G):
- Groep I : mijnbouw
- Groep II : overige plaatsen
- categorie 1: zone 0
- categorie 2: zone 1
- categorie 3: zone 2
Beschermingswijze motoren Ex II 2G EEx-e-II-T3 (categorie 2)
Bij de ‘verhoogd veilige elektromotoren’ Ex II 2G EEx-e-II-T3 wordt de beschermingswijze volgens EN 50014 en EN 50019 verkregen door het voorkomen van vonken en hoge temperaturen aan de binnenkant van de elektromotor. Hierbij wordt rekening gehouden met eventueel optredende fouten.
Deze motoren mogen niet gebruikt worden voor een zware aanloop, waarbij de aanlooptijd langer is dan 1.7 x de tE-tijd. Motorbeveiligingsschakelaars moeten zo gekozen worden, dat bij eventueel blokkeren van de motor-as de motor binnen de tE-tijd wordt afgeschakeld.
Bij het gebruik van een frequentieregelaar in combinatie met een ‘verhoogd veilige elektromotor’ moet de combinatie van motor en regelaar gecertificeerd zijn.
Beschermingswijze motoren Ex II 3G EEx-Na-II-T3 (categorie 3)
Bij de ‘niet vonkende constructie’ Ex II 3G EEx-Na-II-T3 wordt de beschermingswijze volgens EN 50014 en EN 50021 verkregen door het voorkomen van vonken en hoge temperaturen aan de binnenkant van de elektromotor. Dit geldt onder normale bedrijfsomstandigheden.
‘Verhoogd veilige’ en ‘niet vonkende’ elektromotoren hebben mechanisch een vrijwel identieke beschermingswijze. Bij de ‘niet vonkende’ uitvoering hoeft men echter geen rekening te houden met een optredende fout, zoals een geblokkeerde as. Er is hier dus geen sprake van een tE-tijd.
Een frequentieregelaar kan in bepaalde gevallen voor ‘niet vonkende elektromotoren’ gebruikt worden.
Atex 114, Stof (D):
- Groep I : mijnbouw
- Groep II : overige plaatsen
- categorie 1: zone 0/20
- categorie 2: zone 1/12
- categorie 3: zone 2/22
Beschermingswijze motoren Ex II 2D en Ex II 3D
Bij stof-explosieveilige elektromotoren wordt de beschermingswijze volgens EN 50014 en EN 50281-1-1 bepaald door een zekere mate van stofdichtheid in combinatie met een maximale oppervlaktetemperatuur aan de buitenzijde van de elektromotor. Tevens wordt vonkvorming voorkomen door statische elektriciteit.
De Ex II 2D-motoren (categorie 2) moeten ook bij een eventueel optredende fout veilig kunnen afschakelen. Om dit te kunnen realiseren, zijn PTC thermistoren in de wikkeling van de motor gemonteerd, die dusdanig moeten zijn aangesloten dat deze de motor afschakelen voordat de uitwendige temperatuur van de motor te hoog wordt. Tevens zijn deze motoren IP65 , wat inhoudt dat de motor beschermd is tegen het binnendringen van stof. Bij het gebruik van een frequentieregelaar in combinatie met een Ex II 2D-elektromotor moet de elektromotor daarvoor gecertificeerd zijn.
Bij Ex II 3D-motoren (categorie 3) hoeft geen rekening te worden gehouden met een eventuele optredende fout. Daarom zijn er standaard geen PTC thermistoren ingebouwd.
Het gebruik van een frequentieregelaar in combinatie met een Ex II 3D-elektromotor is mogelijk.
Bij stof explosieveilige elektromotoren wordt de beschermingswijze bepaald door een bepaalde mate van stofdichtheid in combinatie met een maximale oppervlakte temperatuur 2 aan de buitenzijde van de elektromotor. En tevens wordt vonkvorming voorkomen door statische elektriciteit.
QR-code De Vier verhoogt vindbaarheid Ex-documentatie
Al te vaak hebben gebruikers van explosieveilige elektromotoren of andere aandrijvingen de eigen Ex- documentatie niet goed op orde. Velen weten zelfs niet eens welke belangrijke documenten bij de aankoop meegeleverd moeten worden. En dat terwijl deze documenten ook aan een revisie- of reparatiebedrijf overlegd moeten worden bij onderhoud of reparatie.
De documenten later opvragen is, zeker voor oudere aandrijvingen, een groot probleem. Mede daarom heeft De Vier hiervoor een speciaal documentbeheersysteem opgezet. Dit systeem is vierentwintig uur per dag op www.elektromotorendevier.nl beschikbaar en toegankelijk met een eigen inlognaam en wachtwoord. Op elke elektromotor die De Vier aflevert, nieuw of na reparatie, staat een unieke QR-code die het mogelijk maakt om via de mobiele telefoon of internet snel alle relevante informatie te achterhalen. De Vier bewaart alle documenten tien jaar.
Atex deskundigen bij de Vier:
- hr. E.M. de Vries.
Explosieveilige geconstrueerde roterende elektrische machines, reparatie en revisie. |
Opleiding: 1993 Examen certificaat: 00081 |
Cursus 326 – Certificering Ex-motoren reparatie. |
Opleiding / opfris cursus (zie boven): 28 sept , 7 - en 14 okt 2004 |
Atex voor deskundige | Opleiding: 1 en 2 dec. 2011 |
IEXEx 05 – 01 + 05 (2013) | Examen certificaat: 334796.20130605 |
IECEx 05 – 01 + 05 (2016) | Examen certificaat: 191766.05029652 |
- hr. W. Hielkema.
Cursus 326 – Certificering Ex-motoren reparatie. |
Opleiding: 28 sept , 7 - en 14 okt 2004 Examen certificaat: VIAM-003-CAS |
IEXEx 05 – 01 + 05 (2013) | Examen certificaat: 334645.20130605 |
IECEx 05 – 01 + 05 (2016) | Examen certificaat: 191766.05029648 |
Voor meer informatie over de Atex-richtlijnen en het unieke documentbeheersysteem kunt u contact opnemen met de specialisten van Elektromotoren De Vier.