Zoeken

Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren

Aanbouwmaten

Download hiervoor onze motoren App (app-store). Hierin zijn alle aanbouwmaten van motoren maar ook bij behorende vermogens en toerentallen op te zoeken.

https://elektromotorendevier.nl/media-tools/app-rekentool

Veiligheid

Elektromotoren dienen door competent personeel gecontroleerd, geïnstalleerd en onderhouden te worden. Aansluiting op het elektriciteitsnet en in bedrijfstelling dienen uitsluitend te geschieden volgens de ter plaatse geldende voorschriften en richtlijnen. De fabrikant / leverancier is niet aansprakelijk voor schade t.g.v. een ondeskundige installatie of gebruik.

Opslag en transport

Motoren dienen droog en trillingvrij opgeslagen te worden. Openingen van kabelinvoeren en doorlopende bevestigingsgaten en flenzen moeten tijdelijk afgedicht worden.
Indien de motor langere tijd buiten bedrijf is geweest dient het aan te bevelen de isolatie weerstand te meten alvorens tor inschakelen over te gaan. Bij een isolatie weerstand (gemeten bij 1000V) lager dan 30 Mohm is het noodzakelijk om de motor-wikkeling eerst te drogen.

Let op: als een motor meer dan 4 jaar onafgebroken in opslag (stof vrij, droog en zonder trillingen) heeft gestaan dienen voordat de motor in gebruik genomen wordt de lagers te worden vervangen.

Installatie en opstelling

Controleer voor gebruik of: de motor niet beschadigd is, de aansluitspanning klopt met de spanning op de typeplaat, de zekeringen / beveiligingen gecontroleerd zijn op goede werking, de opstelling en montage van de motor met de bouwvorm op de typeplaat overeenstemmen, de koellucht onbelemmerd toegevoerd kan worden. Aan de hand van het soort motorkoeling zijn er 3 typen te onderscheiden:

  • TEFC = Totally Enclosed Fan Cooled / IC 411
  • TEAO = Totally Enclosed Air Over / IC 418
  • TENV = Totally Enclosed Non Ventilated / IC 410

Zorg dat motoren bij voorkeur zo droog mogelijk en uit de zon worden opgesteld. Bij opstelling van de motor met de as omlaag (IM xx11) moet worden voorkomen dat vreemde voorwerpen in de ventilator terecht kunnen komen.
Bij flens motoren met een B14 flens (FT-flens) is de maximale indraai-lengte van de montagebouten beperkt tot 2,5 x boutdiameter, om beschadiging va de wikkeling te voorkomen.

Aandraaimomenten

Het aandraaimoment van bouten, moeren en wartels verdient bijzondere aandacht. Bij montage van de motor dienen de bouten en moeren met normaal handgereedschap handvast gedraaid te worden totdat de borgende veer plat gedrukt is. Om beschadiging van de motorconstructie te voorkomen dient men nimmer de bouten en moeren aan te draaien met de maximaal toelaatbare kracht voor de betreffende bout. Na ca. 300 bedrijfsuren dient men de aansluitingen van het klemmenbord en de montagebouten opnieuw te controleren en eventueel na te draaien.
Aandraaimomenten voor bouten en moeren met treksterkte 8.8:

blog1

Aandraaimoment (Nm) voor kunststof wartels (met metrisch-fijn schroefdraad):

blog2

Elektrische aansluiting

Open een motor niet als deze onder spanning staat. Bewerkingen aan motoren en aangekoppelde werktuigen allen uitvoeren in spanningsloze toestand. Sluit de motor aan volgens het aansluitschema dat meestal aan de binnen kant van de aansluitdeksel zit. Sluit altijd de aarding aan, dit kan zowel in de aansluitkast als aan de buitenzijde van de motor.
Blind wartels en kabel wartels zijn een geïntegreerd onderdeel van de motor. Bij het aansluiten van de kabel op de motor moet een wartel worden gebruikt welke minimaal voldoet aan de IP-graad afdichting van de motor en geschikt is voor de te gebruiken diameter van de voedingskabels.
Meet bij ingebruikname van een motor altijd de opgenomen stromen en vergelijk deze met de opgegeven nominaal stroom op het typeplaatje. Maakt de motor een raar geluid - lawaai, trilt de motor hevig (meer als gewoon) of zijn de gemeten stromen te hoog; schakel de motor af, inspecteer of er onderdelen aanlopen, de uitlijning correct is of de belasting niet te groot is. Neem bij vragen eventueel contact op: 020-6360407.

Maximale trilling waarden:

blog3

IP beschermingsklasse

De beschermingsgraad word aangegeven met twee kencijfers voor respectievelijk de bescherming tegen vaste delen en water. Hoe hoger het cijfer des te groter is de graad van bescherming.

blog4

Beveiliging van de motor met een PTC

In de wikkeling van een motor kunnen PTC weerstanden gemonteerd zijn. Deze zorgen ervoor (indien goed aangesloten) dat de motor afgeschakeld wordt indien de motor een bepaalde maximum temperatuur bereikt. Deze maximum temperatuur is afhankelijk van het gebruikte isolatie materiaal (isolatie klasse) in de wikkeling.

blog5

De ‘schakel’ temperatuur de PTC is aangegeven door de kleur van de uitlopers.

blog6

Onderhoud

Verricht nooit onderhoud aan een draaiende of nog onder spanning staande motor.
Meestal zal onderhoud zich beperken tot:

  • schoonhouden van de oppervlakte en de koellucht-opening voor goede koeling.
  • controle en na draaien van moeren en bouten.
  • indien mogelijk tijdig na smeren van lagers.
  • tijdig wisselen van lagers die niet na gesmeerd kunnen worden. Eventueel bepalen met SPM meting.

De vetlevensduur is de tijd waarbij nog 99% van de lagers afdoende gesmeerd wordt.
Indicatie van de vetlevensduur van gesloten lagers met standaard lager vet:

blog7

Indicatie voor na smeertijden en hoeveelheden vet voor open lagers:

blog8

Bouwvormen

De bouwvorm en de stand van de motor is samengevat in de IM-code.
IEC60034-7

blog9

Eerste cijfer geeft aan: 1 – voet motor , 2 – voet/flens motor , 3 – flens motor
Tweede cijfer geeft aan: montage configuratie
Derde cijfer geeft aan: positie van de as
Vierde cijfer geeft aan: 1 – standaard IEC as , 2 – 2
e as eind , 3 – met conische as , 4 – speciale as maat
Oude weergave: letter gevolgd door een cijfer (combinatie).
B: horizontale as postie , V: verticale as positie

Schakel schema’s

blog10